Visbeignets met tartaarsaus

Breng een pannetje met water aan de kook en kook het volledige ei hard (9-10 min) en koel daarna onder koud stromend water.

Roer de eidooier en de mosterd goed los met een klopper.

Voeg geleidelijk aan de olie toe al roerend, zo krijg je weinig kans op schiften. Is het mengsel te dik kan je altijd een klein beetje lauw water toevoegen en omroeren. Doe daarna de azijn er bij en proef. Een frisse smaak met een toets van de mosterd is veel aangenamer dan een flauwe vettige saus.

Kuis en versnipper de sjalot, snijd de augurkjes in kleine brunoise.

Pel het hardgekookt ei en hak het in stukjes, net als de dragonblaadjes.

Meng dit alles met de mayonnaise en roer er de dragonblaadjes, kappertjes en bieslook onder.

Warm de frietketel voor op 180° c.

Scheid het ei en klop het eiwit tot een stevige sneeuw.

Klop de dooier los met de bloem en het bier tot een nog goed vloeibare maar dikke sausdikte. Voeg indien nodig nog wat bloem toe.

Kruid met peper en zout.

Spatel het eiwit onder het beslag.

Snijd de vis in de gewenste grootte (stukken van ongeveer 90 gram zodat je 2 stukken per persoon hebt als hoofdgerecht of kleinere repen indien als hapje).

Dompel telkens één stuk vis met de keer in het beslag, laat even afdruipen en leg in de frietketel (zonder de mand uiteraard).

In het begin zakt hij naar de bodem maar hij stijgt wel direct terug. Zoniet kan je met een ijzeren spatel de beignet terug naar boven helpen.

Laat enkele minuten bakken tot ze goubruin zien. Als het deeg met een bult opblaast draai je hem best even om zodat ze aan beide kanten mooi bakken.

Schep de beignets uit de frietketel en laat uitlekken op een keukenpapier.

Dien op met de tartaarsaus en eet smakelijk.